Flexmedewerker? Dit moet je weten over de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB).

WAB

Met de Wet arbeidsmarkt in balans wil het kabinet het voor werkgevers interessanter maken om mensen in vaste dienst te nemen en meer perspectief creëren voor werkenden. Deze wet kan ook gevolgen hebben voor jou als flexmedewerker. Er veranderen een aantal regels op het gebied van oproepkrachten, transitievergoeding en het aantal tijdelijke contracten dat een werkgever jou mag aanbieden.

1. Oproepkrachten: oproep binnen 4 dagen voor minimaal 3 uur

De nieuwe wet - de Wet Arbeidsmarkt in Balans - draagt eraan bij dat je als oproepkracht eerder weet waar je aan toe bent en kunt rekenen op gemaakte afspraken.

- Je wordt minimaal 4 dagen van tevoren opgeroepen voor werk
Concreet betekent dit dat je als oproepkracht vanaf 1 januari minimaal 4 kalenderdagen van tevoren voor werk wordt opgeroepen. Later kan ook, maar dan ben je niet meer verplicht om te komen werken.

Ben je eenmaal opgeroepen en wordt de oproep binnen vier dagen voor aanvang ingetrokken? Dan houd je recht op het loon dat je zou hebben ontvangen als je wel had gewerkt, inclusief eventuele toeslagen! Dit geldt ook als de oproep kort van tevoren wordt aangepast. In dat geval houd je recht op het loon over de oorspronkelijke duur van de oproep én over de eventuele nieuwe uren. Verschuift jouw dienst bijvoorbeeld van de ochtend naar de middag en hoor je dat korter dan 4 dagen van tevoren? Dan krijg je zowel voor die ochtend als de gewerkte middag betaald.

- Per dienst krijg je betaald voor minimaal 3 uur
Naast dat je minimaal 4 dagen van tevoren wordt opgeroepen, bepaalt de nieuwe wet dat je bij iedere oproep voor tenminste drie uur wordt uitbetaald. Dus ook als je wordt ingeroosterd voor een klus van maar twee uur.

Werk jij op basis van een oproepcontract?
Je hebt een oproepcontract als er in jouw arbeidsovereenkomst géén vast aantal uren per week, per maand of per jaar is afgesproken. In jouw contract staat expliciet vermeld of er sprake is van een oproepcontract.

2. Oproepkrachten: na 12 maanden een aanbod

Vanaf 1 januari 2020 is iedere werkgever verplicht om iedereen die twaalf maanden als oproepkracht heeft gewerkt een vast aantal uren aan te bieden. Dit aanbod wordt gebaseerd op het gemiddelde van de verloonde uren over de afgelopen 12 maanden. Alle verloonde uren tellen mee voor het gemiddelde. Denk aan ziektedagen, betaald verlof, et cetera.

Komt jouw werkgever deze verplichting niet na? Dan heb je recht op het loon dat je zou hebben gekregen als het aanbod wel was gedaan. Je moet binnen een maand aangeven of je het aanbod aanvaardt. Zo niet, dan vervalt het aanbod.

Let op! Deze regeling gaat op 1 januari 2020 direct in. Heb jij op dat moment al twaalf maanden of langer als oproepkracht gewerkt? Dan moet jouw werkgever je binnen een maand een aanbod doen voor een vast aantal uren.

Of je nu al jaren ergens werkt of slechts één dag, vanaf 1 januari heb je recht op een vergoeding bij ontslag of het niet-verlengen van je arbeidsovereenkomst.

3. Transitievergoeding al vanaf de 1ste werkdag

In 2015 is de transitievergoeding geïntroduceerd. Dit is een vergoeding die wordt uitgekeerd bij ‘onvrijwillig vertrek’, zoals ontslag of het niet-verlengen van een overeenkomst.

In de huidige situatie hoeven werkgevers pas een transitievergoeding te betalen bij een arbeidsovereenkomst van twee jaar of langer. Met de invoering van de nieuwe wet ontstaat het recht op transitievergoeding al vanaf de eerste werkdag.

De opbouw van de transitievergoeding is 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar. De huidige verhoging van de opbouw vanaf tien jaar vervalt.

Op dit moment mag jouw werkgever je drie tijdelijke contracten in twee jaar tijd aanbieden. Per 1 januari gaat dit veranderen van twee, naar drie jaar.

4. Ketenregeling: drie contracten in drie jaar

Tot 1 januari 2020 mocht jouw werkgever je maximaal drie tijdelijke contracten geven in twee jaar. Met de invoering van de nieuwe wet wordt deze periode verlengd van twee, naar drie jaar. Vanaf 1 januari 2020 kan jouw werkgever je dus drie tijdelijke contracten geven in drie jaar, voordat een vast dienstverband ontstaat. Na een onderbreking van zes maanden start de keten van contracten opnieuw.

De pauze die zorgt voor een breuk in de keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten kan per cao worden verkort van zes naar drie maanden. Maar dit geldt alleen voor specifieke functies die in de cao zijn benoemd en die – door het soort werk – maximaal negen maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend.